dinsdag, 9. april 2019 - 8:37 Update: 09-04-2019 8:45

‘Minister miskent zijn nieuwe verantwoordelijkheid voor aanpak tijgermug’

minister, verantwoordelijkheid, aanpak, tijgermug
Foto: Archief EHF/ foto ter illustratie
Amsterdam

Minister Bruno Bruins voor Medische Zorg wil niet handhavend optreden tegen importeurs van gebruikte banden en Lucky bamboo, die met deze producten gevaarlijke tijgermuggen introduceren en verspreiden.

In reactie op een handhavingsverzoek  van stichting platform Stop invasieve exoten weigert hij gebruik te maken van zijn recent verworven bevoegdheid om op te treden op basis van de Wet publieke gezondheid. Sterker nog: hij wijdt er geen woord aan, waarmee het besluit evident ondeugdelijk is. Toch weigert hij het besluit in te trekken en een nieuw besluit te nemen.  

De tijgermug is een exotische mug die meer dan 20 virusziekten en parasieten kan verspreiden, zoals knokkelkoorts, zika en chikungunya. Bekend is dat deze gezondheidsbedreigende mug  mee kan liften met de import van gebruikte banden en het sierplantje Lucky bamboo. In 2018 zijn tijgermuggen aangetroffen bij zeker acht bandenbedrijven (in Almere, Lelystad, Emmeloord, Montfoort, Assen, Hardenberg, Etten-Leur  en Weert) en minstens drie importeurs van Lucky bamboo (in Amstelveen, Lansingerland en Westland).

Het platform had aan de minister gevraagd om mede op basis van de Wet publieke gezondheid handhavend tegen deze bedrijven op te treden. Deze wet bevat regels voor de aanpak van gezondheidsbedreigende exotische muggen, en sinds vorig jaar is de minister op grond van het nieuwe artikel 47a verantwoordelijk voor de uitvoering, het toezicht en de handhaving van deze regels. Echter, in zijn besluit op het handhavingsverzoek wijdt de minister hier geen woord aan.

Wilfred Reinhold, voorzitter van het platform: “Als aan één van de juridische gronden van een handhavingsverzoek geheel voorbij wordt gegaan, is het besluit evident ondeugdelijk. Ik heb de verantwoordelijke ambtenaren op de omissie gewezen en voorgesteld om het besluit in te trekken en een nieuw besluit te nemen. Zo kan een bezwaarprocedure worden voorkomen, met alle tijd en moeite die daarin gaat zitten, ook voor het ministerie.  Echter, van een intrekking van het besluit wil men bij het ministerie niets weten. Daarom is het platform genoodzaakt een bezwaarprocedure in te gaan, waarbij nu al vaststaat dat het besluit van de minister vernietigd wordt.”