Opwaarts effect motorbrandstoffen
De prijsontwikkeling van motorbrandstoffen had een opwaarts effect op de inflatie in april. Motorbrandstoffen waren 18,3 procent duurder dan een jaar eerder. In maart was dat nog 10,7 procent. De gemiddelde prijs voor een liter benzine was 1,746 euro in april. Een jaar eerder betaalde de consument voor een liter benzine gemiddeld nog 1,468 euro. De prijs van een liter diesel nam in een jaar tijd toe van 1,224 euro naar 1,387 euro. Naast motorbrandstoffen had ook de prijsontwikkeling van elektriciteit, gas, kleding en schoenen een opwaarts effect op de inflatie.
Voeding drukt inflatie
Voedingsmiddelen hadden daarentegen een drukkend effect op de inflatie. Dit komt met name door de prijsontwikkeling van groenten, fruit en brood- en graanproducten (waaronder pasta). Voedingsmiddelen waren in april 2,2 procent goedkoper dan een jaar eerder. In maart was voeding nog 1,3 procent goedkoper.
Inflatie eurozone stijgt naar 1,6 procent
Naast de consumentenprijsindex (CPI) berekent het CBS ook de Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex (HICP). Consumentengoederen en –diensten in Nederland waren volgens de HICP in april 1,7 procent duurder dan een jaar eerder, in maart was dat nog 1,9 procent. De inflatie in de eurozone nam toe van 1,3 naar 1,6 procent.
De HICP wordt volgens de Europees geharmoniseerde methode berekend zodat deze kan worden vergeleken met andere lidstaten van de Europese Unie. De prijsindexcijfers voor de eurozone en de Europese Unie als geheel worden berekend uit de HICP’s van de afzonderlijke lidstaten. De Europese Centrale Bank (ECB) gebruikt deze cijfers voor het monetaire beleid.
De HICP houdt in tegenstelling tot de CPI geen rekening met de kosten van het wonen in de eigen woning. In de CPI worden deze kosten berekend aan de hand van de ontwikkeling van woninghuren.
Implicaties coronacrisis op de inflatie in april
Door de overheidsmaatregelen waren sommige diensten niet of beperkt beschikbaar in april, zoals vliegreizen en restaurants. Hierdoor zijn er voor een deel van deze diensten geen transacties geweest waarvan de prijzen gemeten konden worden. In aansluiting op de richtlijnen van Eurostat heeft het CBS per situatie gekozen voor de meest passende schattingsmethode. De artikelgroepen waarbinnen prijzen geschat moesten worden in verband met corona maken samen circa 5 procent uit van de consumptieve bestedingen. In een notitie worden alle keuzes toegelicht en in een maatwerktabel wordt aangegeven per artikelgroep of er een schatting is gemaakt.
Door de coronacrisis is het uitgavenpatroon van consumenten sterk gewijzigd. De wijziging van het consumptiepatroon heeft invloed op de inflatie in 2021. In een notitie wordt in detail uitgelegd op welke manier de wegingsveranderingen doorwerken op de inflatie.