vrijdag, 19. oktober 2018 - 9:49

EU-subsidie voor onderzoek naar erfelijke stofwisselingsziekten

EU-subsidie voor onderzoek naar erfelijke stofwisselingsziekten
Foto: Archief EHF/ foto ter illustratie
Groningen

Een onderzoeksnetwerk, geleid door Barbara Bakker en Terry Derks van de afdeling kindergeneeskunde van het UMCG, heeft een EU-subsidie gekregen van €4 miljoen. Hiermee kunnen zij 15 jonge onderzoekers aantrekken, die onderzoek gaan doen naar erfelijke levergebonden stofwisselingsziekten. Het netwerk is een internationaal samenwerkingsverband van in totaal 15 universiteiten, bedrijven en onderzoeksinstituten.

Het onderzoeksnetwerk PoLiMeR (Polymers in the Liver: Metabolism and Regulation) ziet erfelijke levergebonden ziekten van de glycogeen- en vetstofwisseling als het ideale startpunt voor innovatieve onderzoekstraining in gepersonaliseerde systeemgeneeskunde. Deze leverziekten zijn levensbedreigend voor kinderen. Aangezien elke ziekte op zich zeldzaam is, zijn de onderzoeksinspanningen versplinterd. Onderzoek gebaseerd op  systeemgeneeskunde biedt mogelijkheden om nieuwe geneesmiddelen en diagnostische instrumenten toe te passen bij een reeks van ziekten.

Nieuwe generatie wetenschappers

Om vooruitgang te boeken in de diagnostiek en behandeling van stofwisselingsziekten, is een nieuwe generatie wetenschappers nodig. De complexiteit van het metabole netwerk en het afwijkende gedrag ervan bij ziekte vereist interdisciplinaire onderzoekers die getraind zijn in de ‘drie pijlers van de systeemgeneeskunde’: experimenteel, computationeel en klinisch onderzoek. PoLiMeR heeft tot doel getalenteerde promovendi op te leiden tot gespecialiseerde systeemgeneeskundigen die naadloos kunnen samenwerken in zowel computerlabs als natte laboratoria en gemakkelijk kunnen schakelen tussen klinische, wetenschappelijke en industriële omgevingen.

Marie Skłodowska-Curie programma

Het subsidiebedrag is door de EU verstrekt in het kader van het Marie Skłodowska-Curie programma. Dit programma wil beginnende onderzoekers de kans geven om hun onderzoeksvaardigheden te ontwikkelen, samen te werken met gevestigde onderzoeksteams en hun eigen carrièrekansen te verruimen. Voorwaarde voor subsidie is dat bij de projecten meerdere organisaties uit verschillende Europese landen betrokken zijn en dat er nauwe samenwerking is tussen onderzoeksinstituten en het bedrijfsleven. In PoLiMer werken organisaties uit Nederland, Duitsland, Luxemburg, Zweden, Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk samen.