dinsdag, 2. maart 2021 - 17:38 Update: 02-03-2021 17:54

Verdachten dood Patrick van Dillenburg vrijgesproken om undercovermethode

rechtbank-toga-water
Foto: Archief EHF/ foto ter illustratie
Amsterdam

De twee mannen die werden verdacht van de moord op Patrick van Dillenburg in 2002, zijn dinsdag door de rechtbank vrijgesproken. 'De bekentenis die één van hen aflegde tegen twee undercoveragenten, mag niet worden gebruikt als bewijs', zo meldt de rechtbank dinsdag.

Ook onvoldoende bewijs

'De rechtbank kan de rechtmatigheid van zijn verklaringen onvoldoende beoordelen. Er is ook daarnaast onvoldoende wettig bewijs dat de twee mannen Van Dillenburg om het leven hebben gebracht', aldus de rechtbank.

Spoorloos

Van Dillenburg verdween op 3 januari 2002 spoorloos. Er waren aanwijzingen dat hij het slachtoffer was geworden van een ripdeal, maar meerdere politieonderzoeken leverden in de jaren daarna niets op. In 2017 kwamen de twee verdachten in beeld. In een zogenoemd Werken Onder Dekmantel-traject (WOD-traject) werden meerdere undercoveragenten ingezet om duidelijkheid te krijgen over de rol van de twee mannen bij de verdwijning van het slachtoffer.

Mr. Big-methode

In anderhalf jaar slaagden met name twee agenten erin een zakelijke en vriendschappelijke relatie op te bouwen met een van de twee verdachten en zijn vriendin. Zij gebruikten daarbij in essentie de Mr. Big-methode: de agenten hielden de verdachte voor dat hij voor hen zou kunnen komen werken en dat daarbij veel geld te verdienen viel. De verdachte moest dan wel open kaart spelen over zijn verleden. Uiteindelijk vertelde de verdachte tijdens meerdere gesprekken hoe hij en zijn medeverdachte Van Dillenburg om het leven hadden gebracht. De verdachte verklaarde naderhand dat het stoerdoenerij was geweest en dat hij een broodje-aapverhaal had verteld, omdat hij dacht dat een van de undercoveragenten een grote crimineel was.

Hoge eisen aan WOD-traject

Het WOD-traject is een opsporingsmethode die een grote inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer van verdachten en waarbij vaak gebruik wordt gemaakt van misleiding. Om die reden moet een WOD-traject grondig en zorgvuldig worden getoetst. De rechtbank oordeelt dat er op zich voldoende grond was om de methode in te zetten en ook in te blijven zetten tijdens de gehele looptijd van het onderzoek.

Ongeoorloofde druk

Op twee cruciale onderdelen komt de rechtbank echter tot de conclusie dat de undercoveroperatie niet voldoet aan de eisen die in de wet en in uitspraken van de Hoge Raad worden gesteld. Ten eerste is er tijdens een van de drie gesprekken waarin over de dood van Van Dillenburg wordt gesproken, op ongeoorloofde wijze druk op de verdachte uitgeoefend. Hierdoor kwam hij feitelijk in een verhoorsituatie terecht, zonder dit zelf te weten en zonder de waarborgen die de wet bij dit soort verhoren voorschrijft.